< terug

Op gang komen na de vakantie.

Het valt niet mee, de eerste training na de vakantie. Vanmorgen dacht ik er nog over om eerst maar een column over hardlopen te schrijven. Een soort omtrekkende beweging. Eigenlijk zag ik er erg tegenop om te gaan lopen. Na een reisje door Rusland met vrouw en twee van mijn dochters, was het voor mij een hele stap om de schoenen weer uit het rek te graaien. Dankzij de weersvoorspelling lukte dat. De nieuwe column van Jitze Weber is uit

8 mei 2017 (0 reacties)

Overpeinzingen

Deze maandag zou bewolkt beginnen en een zonnige voortzetting kennen tijdens de middaguren. Lopen in de zon was nimmer mijn grootste hobby en derhalve lukte het om kort na het ontbijt op weg te gaan. In de Loopmargriet stond recentelijk een schema voor het opnieuw opstarten van de benen. Aan een schema heb je niets, mits je voor persoonlijke interpretatieruimte kiest. Dat verkrampte lezen over eten wat ik niet lekker vind en over hardlopen zoals ik het niet prettig vind, het is aan mij niet besteed . Resultaat is wel dat winnen er niet bij was, maar dat het lopen nog steeds prima gaat. Het is een lang geleden gemaakte keuze. Een opvallend goede hardloper worden, gezond blijven, elk doel vraagt een andere trainingsstructuur.

Wie gezond wil worden en blijven middels hardlopen moet van meet af aan andere trainingen lopen dan wie met het lopen wil scoren. Beginnen kan altijd, al moet je op hogere leeftijd wel een zekere terughoudendheid kunnen opbrengen. Dat deze open deuren voor mij lang een thema bleven, uitte zich meer in het geven van training dan bij het zelf trainen. Er zit een behoorlijke tegenstelling tussen de uitgangspunten van de trainingsleer en het in praktijk brengen van de beschikbare kennis. Training geven lukt pas na de juiste taxatie van de trainingsbehoefte van degene(n) die je traint. De doelgroep is meestal recreant. Recreanten willen wel beter worden, maar staan anders in hun sportbeleving dan veel trainers en helemaal anders dan de fysiologen die tot op de seconde de training inrichten om tot een optimaal resultaat te komen, bij voorkeur in zo weinig mogelijk tijd. Wie na een trainerscursus op niveau-3 de gereedschapskist op de goede manier heeft leren uitpakken, komt er al snel achter dat het effectief toepassen van kennis in de praktijk veel hindernissen kent.

Trainerscursussen vertellen weliswaar het juiste fysiologische verhaal, de juiste vragen worden meestal niet gesteld. De werkwijze die de trainer wordt aangeleerd, past nauwelijks bij het training geven in de praktijk, zeker tegenwoordig. Wie wil hardlopen om het hardlopen heeft er weinig voordeel van alle hersteltijden van elk type training te kennen, want dit soort hardlopers traint in de tijd die over is als alle andere bezigheden dat toelaten. De rustige duurloop is dan bijna altijd de veilige keuze. Snelheidstraining kost minder tijd, maar ontspant niet als je het toch al zo druk hebt gehad en vraagt een langer herstel. Een snelheidstraining is te kort om er van uit te rusten en vraagt een hersteltijd die het leven niet altijd biedt. Dan maar niet het beste eruit halen en gewoon lekker hardlopen?  Een goed trainingsschema is een persoonlijk trainingsschema. Tijdens gezamenlijke trainingen ontkom je er niet aan dat je dingen doet waar een fors deel van de doelgroep niets aan heeft. Beginners kunnen best samen trainen, maar zodra differentiatie om de hoek komt kijken, is samen trainen grotendeels contraproductief waar het om het fysieke deel van de training gaat. Voor motivatie en resultaat kan samen trainen belangrijk zijn, maar ook als het om het mentale aspect gaat is geen loper hetzelfde. Wie hardloopt voor de gezelligheid moet vooral veel samen met anderen trainen. Voor lopers die de motivatie snel verliezen is de clubtraining de kans om het vol te houden. Met de schouderklopjes is het als met stress : het kan te veel of te weinig zijn.

Voor beginnende trainers kan het slim zijn met een kleine groep te werken. Het is goed te volgen en er hoeven minder compromissen te worden gesloten dan bij het trainen van een grote groep. Wedstrijdlopers kunnen en moeten heel verschillend getraind worden. Een goed inzicht is spiervezeltypering en persoonlijkheidsstructuur is handig voor het bepalen van de trainingsinhoud. Gezondheidslopers en recreanten zijn tegenwoordig de grootste doelgroep. Dat je de training voor hen vanuit een andere visie moet geven spreekt vanzelf, maar die vanzelfsprekendheid is voor een goed opgeleide trainer niet altijd op te brengen. Kennis van zaken kan dan hinderlijk worden. Opnieuw leren om te relativeren is de oplossing. De trainer heeft een drive om verbetering aan te brengen, daar waar de doelgroep meestal meer om continuïteit dan om vooruitgang vraagt.

Vaak merk je tijdens de warming-up pas wat de mogelijkheden zijn bij recreanten. Voor wedstrijdlopers blijft discipline een must. Wedstrijdlopers moeten de hand langer in het vuur kunnen houden zonder te gillen en zullen middels trouw aan het schema tot resultaat kunnen komen. Voor het meedraaien in de subtop is de gereedschapskist toereikend. Voor de absolute top is naast talent en discipline nog veel extra aandacht nodig voor stresstolerantie, voeding, noem maar op. Verliezen van een op papier zwakkere tegenstander kan een hardloper ook. Een toptrainer is in de moderne topsport meer manager dan coach of trainer. Topsporters weten zelf vaak het beste wat ze wel of niet moeten doen om tot resultaat te komen. Begeleiders zoeken dan naar wegen om dat mogelijk te maken. Daarbij gaat het niet om verplicht trainen op Papendal, losersvluchten of extra aandacht voor de coach. De topsporter mag centraal staan en recreanten mogen komen kijken hoe het moet als je er echt helemaal voor gaat. Zo hebben we elkaar nodig om op de been te blijven.

Hoe het ging vanmorgen? Heel goed, vakantie is supercompensatie. Je loopt er lekker op, maar je zweet wel wat meer.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *