< terug

Spartathlon 2015

Hoe vaak gebeurt het niet dat sporters na een slechte prestatie wegvluchten voor de media. Zoniet Léonie Van Den Haak. Enkele uren na haar uitstappen in de Spartathlon schreef ze op haar blog een boeiend relaas van haar ervaringen in de Spartathlon 2015.Nou, ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen. Dit wordt echt een slecht verhaal. Een echte Griekse tragedie. Did not finish. Fast forward naar vrijdagochtend.

26 september 2015 (0 reacties)

 

Nou, ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen. Dit wordt echt een slecht verhaal. Een echte Griekse tragedie. Did not finish. Fast forward naar vrijdagochtend.
 

Aangezien we om de hoek van de Acropolis verbleven konden we lopend naar de start die om 6:15 nog heerlijk rustig was. Niet veel later, toen de bus met lopers uit het organisatie-hotel arriveerde was het met die rust gauw gedaan en dat was maar goed ook. Ik was er zo ontzettend klaar voor. Ik had zoveel zin om deze 246km nog een keer te lopen, om nog een keer dat mooie gevoel mee te maken. Ik had 3 scenario’s bedacht: plan A was simpelweg finishen. Omdat ik weet hoe ver 246km is, omdat ik weet hoe zwaar het kan zijn onderweg. Plan B was een absoluut haalbaar plan op basis van m’n voorbereiding: m’n tijd van 28:42 verbeteren. Al was het maar met een minuut. Zou gewoon een hele mooie kroon op het harde werken zijn geweest. Plan C was er eentje waar ik stiekum wel eens over droomde, om misschien tussen de grote mevrouwen mee te mogen doen om de prijzen. Met de scenario’s op deze volgorde in m’n hoofd schoof ik naar het midden van de groep lopers bij de start. 10, 9, 8……en eindelijk mochten we op pad.
 

Rustig maar niet geforceerd langzaam zou ik lopen, en dat lukte na een paar kilometer stadse drukte en geslalom ook direct. M’n benen voelden goed, m’n hoofd zat er lekker op, ik kon om me heen kijken en genieten van wat de vorige keer in een soort waas aan me voorbij getrokken was. Bovendien was het prachtig mooi weer en op het heetst van de dag welgeteld 13 graden minder warm dan in 2012. Tot nu toe waren alle voortekenen dus goed. Ik besloot het marathon voor marathon te doen vandaag. 6 stuks in totaal. Die eerste was al snel in the pocket, en daar zag ik ook de leukste crew van allemaal al. Volgende punt zou zijn op 80km bij Korinthe waar ook de eerste cut-off time van 9u30 geldt. Nog binnen de 7u30 kwam ik hier aan en nam ik even de tijd om de oude laag zonnebrand eraf te spoelen en er een nieuwe op te doen, nieuwe flesjes drinken mee, paar gelletjes en door naar checkpoint 35 op de helft. Zo’n psychologisch momentje dat teruglopen geen zin meer heeft want dat is net zo ver.

 

Vlak voor de 80km had ik er nog een gelletje ingepropt, zoals elk uur. Ik loop al sinds het begin van m’n voorbereiding met dezelfde gel, hetzelfde drinken en op exact het zelfde tijdstip eet en drink ik het op. Om zeker te weten dat het werkt en het er ook in blijft. Bij dit gelletje echter voelde ik dat ‘ie niet lekker viel, en ik hoopte dat de misselijkheid van tijdelijke aard was. Gewoon high-5-end dat kanaal van Korinthe over, bekertje water en weer door. 

 

Marathon nummer 2 was binnen. De volgende zou wat meer klimmen en dalen worden, maar dat was een prima stok achter de deur om het nog steeds rustig aan te blijven doen. Ik liep de afgelopen 30 kilometer steeds vlakbij Szilvia Lubics maar liet haar telkens keurig voorgaan na een gezellig praatje. Eigen wedstrijd lopen was m’n mantra. En dat deed ik. De posten in Spartathlon liggen tussen de 2 en 4 kilometer uit elkaar. Het moeten 3 posten na Korinthe geweest zijn dat ik op een weggetje met huizen links en rechts liep en achter een hek 2 grote waakhonden zag. Tot m’n verbazing kroop 1 van beiden echter door een gat in het hek en kwam direct woest op me afgerend. Nu heb ik de afgelopen tijd echt geleerd om altijd rustig te blijven met dit loslopend wild in de buurt, en ik leek het aardig onder de knie te hebben. Bij deze boze jongen hielp het echter niet en voor ik het wist had ‘ie z’n tanden in m’n bovenbeen gezet. Door de hele situatie voelde ik niet eens zozeer iets van pijn, maar ik was aardig geschrokken, helemaal omdat ‘ie nog een keer achter me aan kwam. Een medeloper met een stuk hout probeerde het beest weg te jagen, maar pas toen de eigenaar eraan kwam gereden droop ‘ie af. Nu weet ik niet wat ‘sorry’ is in het Grieks, maar het kon er in ieder geval niet vanaf bij ‘m.

 

Goed, gat in been. En nu?! Klaar? Einde wedstrijd? Ik besloot direct dat zo’n klotehond dit feestje niet zou gaan verpesten en liep door naar de volgende post waar ik op een stoel werd gekwakt en iedereen zich 1 voor 1 over me ontfermde. Ik vroeg of ze het gewoon even schoon konden maken, maar dat duurde allemaal iets langer dan ik wilde. Hele liters betadine werden er overheen gekieperd. Bovendien moest ik tot de volgende post met ijs erop gaan wandelen. Fine. Doen we dat. Bij de volgende post wilden ze het allemaal weer gaan schoonmaken en verbinden. En me naar het ziekenhuis sturen voor een tetanus injectie. In m’n beste Engels heb ik uitgelegd dat ik voor 15 jaar DKTP-proof ben, en uiteindelijk mocht ik door. Anders hadden ze me daar al uit de wedstrijd gehaald. Dit grapje herhaalde zich een post of 5 waardoor ik uiteraard een bak tijd verloor die z’n weerga niet kent. Maar nog lang niet in de buurt van de cut-off times.

 

Na deze optimistische conclusie dat ik tijd zat had, en na de chaos van de afgelopen posten zette ik het weer op een drafje en realiseerde me dat dat beetje misselijk nu wel heel erg misselijk was geworden. Wandelen was geen probleem maar gaat zo tergend langzaam en is bovendien niet m’n hobby. Hardlopen was een ander verhaal met een samentrekkende maag die driedubbele salto’s maakte. Bovendien schoot m’n bovenbeenspier als reactie op die hond lekker in de kramp. Dat gat wat dat beest achterliet was het probleem niet, ook met een gaatje in je been kom je wel in Sparta. 2 probleempjes dus, waarvan 1 zich om de 5 minuten manifesteerde in de berm. Kotsfest 2.0, ole!

 

Gelletjes had ik al even niet meer gegeten, en ik probeerde met allerlei dingen die ze bij de posten hadden weer wat binnen te houden. Zoete dingen, zoute dingen, warme dingen, koude dingen. Niks bleef erin. Het meest lekker was nog een bekertje half cola/half water, maar ook dat hield het niet langer dan 5 minuten vol. Kotsend en hobbelend kwam ik wel vooruit maar niet op de manier waarop ik het bedacht had. De vraag ‘wat doe ik hier nu eigenlijk?!’ kwam in me op en ik zocht naar een waslijst redenen. Maar er was er maar 1 die telde: ik was hier omdat ik m’n geluk hier zocht. En was ik op dat moment blij? Neuh. Niet echt. Deed ik het om te bewijzen dat ik 246km kan lopen? Absoluut niet. Ik hoef niemand iets te bewijzen. Omdat er een hele crew voor me is ingevlogen dan, of omdat mensen er wat van vinden, of omdat we helemaal geen hotel hadden mocht ik stoppen, of omdat……er was maar 1 reden om hier te zijn, en ik probeerde de kilometers bij elkaar te sprokkelen om toch over m’n dip heen te komen. Maar het werd alleen maar erger. Geen eten en drinken binnenhouden betekent benen die ook niet meer doen wat ze eerder op de dag deden. Ik liep er helemaal niet gelukkig te zijn. En dus besloot ik wat ik nooit had gedacht te doen. Uitstappen. Inclusief het inleveren van je startnummers en je handtekening onder je eigen vonnis zetten. Gadverdamme. Wat had ik het hier ontzettend niet voor gedaan allemaal.

Lees hier verder

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *