< terug

Scepticisme in ultraloopsport

14 mei 2017 (0 reacties)

Door T.N.H. Grent

Wat betreft het leveren van aansprekende prestaties heeft de Nederlandse ultraloopwereld afgelopen 30 jaar enkele flinke deuken opgelopen. Ik memomeer ter illustratie alleen maar aan het feit dat onze bondscoördinator ultralopen er niet in slaagde om voor internationale kampioenschappen een representatief landenteam bestaande uit ten minste drie mannelijke en drie vrouwelijke atleten samen te stellen, de tegenvallende prestaties in de 100 km RUN van Winschoten, alsmede de 24-uurlopen in Stein en Steenbergen, en de organisatorische chaos bij Ultraplatform rond de selectieprocedure voor uitzending naar officiële kampioenschappen.

Daarbij is het opmerkelijk dat (ex-)sporters, bestuurders, journalisten en sportconsultants elkaar met grote regelmaat in de haren vliegen. Iedereen is overtuigd van zijn of haar gelijk. De onderbouwing daarvan is vaak beperkt, het ontbreekt aan kritisch vermogen en van een open gedachtenuitwisseling waar de Nederlandse ultraloopsport beter van wordt is zelden sprake. Zonnekoningengedrag bij bestuurders en sporters, egotripperij, jaloezie en corruptie, ik zie het dagelijks voorbijkomen. Het flagrante gemis aan het zich openlijk bezighouden met enige vorm van reflectie en de veranderingen die daaruit voortvloeien, zal de toekomstige generatie langeafstandslopers zeker benadelen. En dat terwijl de pure ultraloopsport zo fantastisch mooi kan zijn.

Het vreemde is dat zowel de media als het publiek vooral gecharmeerd lijken te zijn van langeafstandslopers die er een potje van maken. Sporters die gewoon hun stinkende best doen om de top te bereiken zijn blijkbaar veel minder interessant om aandacht aan te schenken. Na een vaak teleurstellend verlopen ultramarathon publiceren diverse veellopers vaak smakeloze en irrelevante stukjes, waarin het ontbreekt aan zowel inspirerende voorbeelden als praktische toepasbaarheid. Zulke stukjesschrijvers zouden er wellicht baat bij hebben eens tegenover een kritischer publiek te gaan staan? Teneinde de ultraloopsport echt goed van de grond te laten komen, hebben de lezers immers behoefte aan theoretische en praktische informatie over hoe langeafstandslopers in trainingen en wedstrijden hun potentieel kunnen verwezenlijken.

Tegelijkertijd wordt het idee van een onafhankelijke sportconsultant, een persoon die wetenschap en praktijk met elkaar in harmonie brengt om langeafstandslopers beter te kunnen laten presteren, door de ‘oude garde’ bij voorbaat afgeschoten. Om op korte termijn weer aan te kunnen knopen bij de successen die de Nederlandse langeafstandslopers in het verleden hebben gekend, is het wenselijk dat langeafstandslopers en hun begeleidingsteams open staan voor nieuwe wegen en methoden. Er is echter veel werk aan de winkel, zolang vernieuwing die niet past in het eigen denken bij voorbaat door de oude garde wordt verworpen. Openheid voor nieuwe gedachten is echter niet de sterkste karaktereigenschap van bijvoorbeeld atleten en trainers in de sportwereld, zo is mij in de afgelopen bijna 20 jaar dat ik nu over sport en wetenschap schrijf wel gebleken.

De oude garde houdt het liever bij een motiverende klap op de schouder. Jezelf kwetsbaar opstellen en zeggen ‘ik weet het niet’, het lijkt niet te bestaan in de sportwereld. Het is mijn persoonlijke ervaring dat het overnemen van nieuwe, werkbare en bewezen methoden in de Nederlandse ultraloopwereld hierdoor minstens 10 tot 15 jaar duurt. Daar zal men in landen waar wel aansprekende prestaties worden geleverd, zoals de Verenigde Staten, Duitsland, Italië en Engeland, inmiddels keihard om moeten lachen. Ik wens de tijd te beleven waarin we kunnen genieten van onze langeafstandslopers en waarin iedereen die zich erbij betrokken voelt zich dienstbaar kan opstellen en zich kan wegcijferen ten bate van de ultraloopsport.
Het ter discussie stellen van de gehanteerde methoden maakte me afgelopen jaren niet bepaald populair in de Nederlandse ultraloopgemeenschap. Het is inderdaad waar dat mijn vrienden- en kennissenkring veranderde toen ik begon te spreken over wetenschappelijke onderzoeken die buiten de gangbare norm lagen. Scepticisme en stilte, om het nog vriendelijk te stellen, werden mijn deel. Toch is het meer dan de moeite waard geweest en ik aarzel niet om jonge mensen aan te moedigen het zelfde pad te volgen dat ik afgelopen jaren betreden heb.

De meeste kaderleden tonen geen interesse om te vernemen dat hun pogingen om de prestaties van langeafstandslopers te verbeteren wellicht misplaatst zijn. Als bewijs voor hun standpunt halen ze voornamelijk hun eigen kleine kring van ‘experts’ aan. Als je echter streeft naar betere prestaties in de ultraloopsport, zul je de consequenties dienen te aanvaarden. Een consequentie is dat je een zakelijke discussie kunt houden en je niet op de kast springt als iemand aan je doorgeeft dat je verkeerd bezig bent. Onderbouw dan waarom, waarbij je er misschien achterkomt dat je je eigen mening dient bij te stellen. Zo ontstaat inzicht en daarmee progressie. Op de kast springen is je eigen ontwikkeling tegenhouden!

Hoewel het van naïviteit getuigt iets anders te verwachten, kunnen de reacties van mensen die de status quo willen behouden ongebruikelijk persoonlijk, betwistbaar, negatief en schandelijk onredelijk zijn. Als ik de meningen snel scan, vliegen de verwensingen, verwijten, adviezen en doemscenario’s me om de oren. Als ik af mag gaan op een groot deel van de reacties, ben ik een egocentrische, stomme, eigenwijze kerel, die niet spoort. Om maar niet te spreken van het aantal keren dat ik mezelf heb moeten verantwoorden over mijn eigen sportparticipatie (‘We geloven niets van je prestaties in ultramarathons’) en wat ik mezelf wellicht aan ga doen (‘Je blijft je eeuwig verwijten maken mocht er iets mis gaan’).

Tot mijn opluchting kom ik erachter dat het Internet soms ook een zelfreinigend effect heeft. Nog altijd wordt ik door de oude garde voor stom, onverstandig en egocentrisch uitgemaakt, maar er mengt zich ook een andere groep reageerders waardoor er zowaar een discussie ontstaat. Hoewel ik als sportconsultant niet sta te kijken van al die negatieve meningen, zijn er reacties die blijven hangen, nu ze aan mij persoonlijk gericht zijn. “Aan wie moet je wat bewijzen?’ vraagt iemand zich af. Tja, goede vraag. Maar als het gaat over het op de markt brengen van mijn boek over de ultraloopsport, geven de laatste aanmoedigingen van vrienden, bekenden en professionele auteursbegeleiders me moed.

En om maar even zelf een reactie te geven op al die mensen die mij onheilspellende scenario’s voorspiegelden of zelfs toewensten. Ja, ik heb op voorhand al voldoende boeken verkocht om het project kostendekkend te maken. En nee, ik ben onderweg niet keihard aangevallen op fouten in de tekst, ik ben nooit mijn doelen uit het oog verloren en ik heb ook geen enkele nacht wakker gelegen over de voortgang van mijn boekenproject. Sterker nog: van begin tot eind heb ik genoten van het hele proces. Alle ‘goedbedoelde’ adviezen ten spijt: deze stomme en domme egotripper van een kerel zou het zo weer overdoen.

Heb ik nog een gouden tip voor aspirerende schrijvers over de ultraloopsport? Ga er voor. Wees niet bang. Luister niet naar al die doemdenkers (‘Ik zou het boek niet aanraden’); wie je voor gek verklaart zegt daarmee alleen iets over zichzelf. Het is soms uitdagender om de eerste te zijn die iets doet, dan dat je als beste eindigt. Duik erin met een open mind. Toon initiatief. Steek je kop zonder schroom boven het maaiveld uit. Het doet er niet toe of je tot de echte top van het langeafstandslopen behoort, want het gaat niet om het benadrukken van je eigen prestaties. Zet je ervaringen om papier om andere mensen te laten zien wat het betekent deze sport te beoefenen, zodat ook jouw kennis en ervaring op het veld landt.

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *