< terug

Lange afstandslopers moeten snel zijn

1 augustus 2014 (0 reacties)

 

Veel trainers onderschrijven het standpunt dat voor de marathon het ontwikkelen van snelheid belangrijk is. Mario Moniz Pereira, de godfather van de lange afstand in Portugal, onderscheidt daarbij twee typen marathonlopers : zij die geen andere afstanden lopen en zij die dat wel doen. Frappant is dat Pereira alleen marathonlopers opleidt, die hun basis via snelheidswerk op de baan hebben verkregen. Hij vindt dan ook dat wie toptijden wil lopen. nooit voor de dertig met de marathon moet beginnen. Haico Scharn stelt in dit artikel dat er wel eerder mee begonnen kan worden.

 

Grote toernooien

Dit laatste is afhankelijk van het type loper. Ik ben het met Pereira eens dat je wel eerst de onderliggende (kortere) afstanden moet ontwikkelen. Maar naast het uithoudingsvermogen moet ook aandacht worden geschonken aan de ontwikkeling en verbetering van de snelheid. En dat wordt nog door veel atleten onderschat.De beste marathonlopers blijken in de praktijk voormalige baanlopers te zijn, die nog regelmatig hun snelheid testen op de 10.000 meter. Dat wil niet zeggen dat de atleet met de hoogste basissnelheid ook wint. Op grote toernooien is het vaak extreem warm en dan wint de man/vrouw die – uiteraard met een goede basissnelheid in de bagage – het beste tegen de hitte kan.Hoe hoog moet die basissnelheid dan zijn ?

Regels voor langeafstandslopers
Reeds in 1960 stelde Tony Nett in zijn boek Der Lauf de volgende regels voor langeafstandslopers op :Laten we uitgaan van een marathonloper die de 3000 meter in 8.00 minuten loopt. De 1500 meter wordt dan gelopen in 3.45, de 800 meter in 1.52, de 400 meter in 51 seconden, en de 100 meter in 11.9. Nu is dit zeer schematisch, maar het geeft wel aan dat een topmarathonloper de 100 meter minimaal in 12.5 moet kunnen lopen.Er wordt algemeen gezegd dat snelheid beperkt trainbaar is, en ik ben het daarmee eens. Maar een prestatieverbetering van 10 tot 15 procent is mogelijk. Mijn stelregel is dan ook: stel de juiste prioriteiten. Als u begint met de training van het uithoudingsvermogen, zorg dan tegelijkertijd dat ook de snelheid wordt ontwikkeld. Als blijkt dat er na twee jaar geen verbetering meer in zit, zorg dan voor het onderhouden van de snelheid. Alleen op deze wijze bereikt u uw optimale wedstrijdresultaat.

 

400 meter = 4 x de tijd op een 100 meter plus 4 seconden
800 meter = 2 x 400-metertijd plus 10 seconden
1500 meter = 2 x de 800-metertijd
3000 meter = 2 x de 1500-metertijd plus 20 tot 30 seconden
5000 meter = 5/3 x (3000-metertijd plus 20 seconden)
10.000 meter = 2 x 5000-metertijd plus 60 seconden.

Lees hier verder

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *