< terug

De laatste kilometers van een lange weg.

Het hardloopseizoen duurt al een hele tijd het hele jaar. De voor- en najaarsmarathons worden in de zomer en de winter geflankeerd door evenementen die kracht en snelheid testen omdat ze qua afstand nogal kort zijn. Die evenementen zijn nog steeds in opkomst omdat daarbij een redelijke lichamelijke conditie, gecombineerd met een recreatieve training van een paar uurtjes per week, al genoeg is om je voldoening als finisher te halen. De nieuwe column van Jitze Weber is uit

9 november 2016 (0 reacties)

Overpeinzingen

Het hardloopseizoen duurt al een hele tijd het hele jaar. De voor- en najaarsmarathons worden in de zomer en de winter geflankeerd door evenementen die kracht en snelheid testen omdat ze qua afstand nogal kort zijn. Die evenementen zijn nog steeds in opkomst omdat daarbij een redelijke lichamelijke conditie, gecombineerd met een recreatieve training van een paar uurtjes per week, al genoeg is om je voldoening als finisher te halen. Deze opmerking gaat niet over de toppers. Zeer binnenkort gaat het weer gebeuren tijdens de "Even Keuvelenloop" bij Nijmegen. Een loop over een afstand die voor veel marathonlopers van pakweg dertig jaar geleden maar nauwelijks de lengte van de warming-up overtreft. Velen onderbouwen nu het idee dat een warming-up onzin is en ook de lange duurloop is onderwerp van discussie. Je zou het net zo goed loopeconomisme kunnen noemen. Loopeconomisme wordt in de training gekenmerkt door het streven naar zo veel mogelijk resultaat in zo weinig mogelijk trainingstijd. Karel de Grote maakte zijn kilometers wel, maar de Nijmegenaren zijn hem als atletisch voorbeeld schijnbaar vergeten.

 

 

 

Die zeven heuvels maken het nog een beetje goed. Goed voor het opbouwen van spiervolume. Verder is er niks mis met lopen in de file, maar het is gewoon mijn ding niet. Als loper voel ik me niet meer zo op mijn gemak als wedstrijddeelnemer en ook niet als recreatief deelnemer. Dat laatste heb ik nog een tijdje geprobeerd en het verbaasde me dat ik dan nog ergens in de middenmoot eindigde. Tijdens een eerste halve marathon in een wel erg grijs verleden eindigde ik als laatste in 1.55. Tegenwoordig doe je als recreant goed mee met een tijd van onder de twee uur. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw ging ik pas bij een club trainen na het met goed gevolg doorlopen van een beginnersschema van 24 weken. Dat hoeft niet meer. De spellendoos van Ravensburger met "Iedereen kan hardlopen" is een commercieel succes. Volgens mij zit er allemaal sjoemelsoftware in die lollige big-brothersystemen waarmee de recreant wordt opgetuigd alvorens hij het asfalt betreedt. Interessante spul voor zorgverzekeraars. Het bos is nog te ver en daar hoeft men ook niet meer heen, want de play-list verhindert dat de moderne loper ooit nog in staat zal zijn om het geluid van een koolmees van dat van een merel te onderscheiden.

 

Dit verhaal heeft natuurlijk ook een andere kant. Nu het presteren een beetje een bijrol heeft bij het hardlopen, lopen veel meer mensen dan vroeger af en toe de deur uit. Dikke winst. Vroeger, toen ik nog in Hengelo op mijn balkonnetje shagjes rookte, onder het genot van een biertje in de zon, kwamen er wel eens trimmers door de straat. "Daarmee blijf je de H-bom niet voor " dacht ik dan. Het kan ongelofelijk verkeren tijdens een mensenleven. Een paar jaar later was ik marathonloper, veertig kilo lichter, ja, van lopen kun je afvallen als je rustige kilometers draait. Dat lukt echt niet met loopeconomische trainingen. Van kort en intensief trainen word je zwaar. Dat tempogeweld zet vet om in spieren. Weliswaar verbruikt spierweefsel meer energie, ook buiten de training, maar van weinig trainen krijg je trek. Bewegen EN minder eten, dan val je af. De rest kun je vergeten : allemaal humbug. Nu zovelen zich druk maken over eten ontstaan er weer allemaal nieuwe neuroses bij jongeren. Ze durven hun kroketje niet meer aan. De wetenschap heeft zich al weer op de voedselobsessies gestort. Orthorexia. Daar kan het gezondheid-industrieel complex weer jaren op voort.

Tegenwoordig train ik vijf keer per week. Drie looptrainingen, een fietstraining en een andere training die ik naar behoefte invul. Zwemmen, kracht, het kan van alles zijn. Genoeg als basis voor een marathon over een jaar. Helaas? Wedstrijden loop ik niet meer. Het voegt niets meer toe en ook zonder trainingsdoel is hardlopen goed vol te houden. Gelukkig zie ik kans om de terugweg uit het sportgebeuren zo lang mogelijk te maken. Sinds mijn laatste hele triahtlon (nog steeds met een h) in 1995 ben ik op de terugweg. Eerst nog geprobeerd me te motiveren voor wat ik korte dingetjes noem. Niks aan, meer blessurerisico en stress. De marathon haal ik na een training ook net niet meer binnen de vier uur. Met marathons lopen heb ik altijd willen stoppen als die vier uur er niet meer in zou zitten. Boven de vier uur lopen vind ik persoonlijk misplaatste aandachttrekkerij. Wat overblijft is de training, datgene waar het me altijd om te doen was. Die rust in de beweging, blijven zweven, heerlijk. Reuze economisch.

 

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *