< terug

Afgetraind

21 januari 2014 (0 reacties)

LoopLetters: De A van Afgetraind

Door Eric de Vries


Foto: Jan Schellekens

Allerliefste loopvrienden Boudewijn en Gosse & loopvriendinnen Roos en Gwen,

Welke dag is mooier dan Valentijnsdag om mijn liefde voor het lopen te belijden? Jac. Toes maakte zich in zijn hilarische toespraak tot de deelnemers aan de Hoge Veluweloop 2005 vrolijk over het feit dat de lopers van A naar A lopen, niet eens naar B. Maar hij vergat dat niet alleen het rekenkundige resultaat van de loopinspanning telt. Lopen is een vorm van reizen. (Herken je het citaat, Gwen? Jan Knippenberg!) Wie eenmaal van A naar Z heeft gelopen, beziet A bij terugkomst met andere ogen. In deze en 25 volgende LoopLetters zal ik beschrijven wat mij beweegt.

Overal in de winkels hangen nu grote bossen rode harten. Het lijken wel sportharten of atletenharten, zoals het sterk vergrote hart van een topsporter genoemd wordt. Waar de modale loper alles op alles zet om een krachtige motor in zijn borstkas te kweken, komt voor menig topatleet een moment waarop hij zich afvraagt: “Hoe kom ik eraf?” Het sleutelwoord is detraining, abtrainieren, aftrainen. Het geleidelijk verminderen van omvang en intensiteit van de training totdat je “afgetraind” bent. Terug op het niveau van vroeger.
Maar dat is hopelijk niet wat Roos bedoelde tijdens de laatste training van onze loopgroep. “Je ziet er afgetraind uit”, had ze gezegd. Het zou niet bemoedigend zijn: na acht zware trainingsweken, ter voorbereiding op De Zestig van Texel, oogt het alsof ik nog steeds niet begonnen ben!

In het dagelijks spraakgebruik is afgetraind zo ongeveer het equivalent geworden van “goed in vorm, gespierd, geen grammetje vet te veel”. Gezien de oorsprong van het woord is deze positieve betekenis nogal merkwaardig. De term aftrainen is afkomstig uit de boxsport en betekent niets anders dan een geforceerde en vaak ongezonde gewichtsvermindering.
Als loper mag ik gelukkig helemaal zelf weten hoeveel gewicht ik met me mee tors, al heeft Boudewijn zo zijn eigen denkbeelden over het ideale gewicht van de loper. Een boxer daarentegen moet er tijdens zijn wedstrijdvoorbereiding voor waken dat hij door de toegenomen spiermassa niet in de naasthogere gewichtsklasse belandt. Anders moet hij één of twee dagen voor de wedstrijd alsnog enkele kilo-s zien kwijt te raken. Dat bereikt hij door niet te eten en te drinken, en door te gaan hardlopen met zoveel mogelijk kleding aan en daaroverheen een regenpak of opengeknipte vuilniszak. Zo nodig wordt een tandje bijgezet met plaspillen, laxeermiddelen en zelfs braakmiddelen. En als ultiem aftrain-middel geldt touwtje springen in de sauna met zweetpak!
Zo bezien had ik dus liever gehoord dat ik er “goed getraind” uitzie. Want ik loop momenteel ongeveer 100 kilometer per week en betracht de nodige soberheid wat voeding betreft. Met alle waardering voor het ontbijtbuffet waarmee Gosse ons op Terschelling verwende, ik begin toch liever dagelijks met een bord Brinta. Door zo-n leefwijze verdwijnt het vet als vanzelf en verschijnen de spieren, heel geleidelijk. Er is hooguit één nadeel. Tijdens de vele duurlopen schraapt het lichaam de laatste restjes vet bij elkaar, maar lijkt daarbij af en toe de weg kwijt te zijn. Terwijl er op mijn heupen aan beide kanten zeker nog een pond te halen valt, is er toch voorkeur voor het vet rond mijn kaken en jukbeenderen. Mijn gezicht wordt minder vol, de groeven en plooien manifester. Of jullie dat mooi of lelijk vinden, is een kwestie van smaak. Maar met aftrainen heeft het gelukkig niet te maken.

Met amicale lopersgroet,
Eric

De auteur publiceert ook een eigen weblog: Klik hier om “Lopen op de weg” te bezoeken

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Afgetraind

14 februari 2007 (0 reacties)

LoopLetters: De A van Afgetraind

Door Eric de Vries


Foto: Jan Schellekens

Allerliefste loopvrienden Boudewijn en Gosse & loopvriendinnen Roos en Gwen,

Welke dag is mooier dan Valentijnsdag om mijn liefde voor het lopen te belijden? Jac. Toes maakte zich in zijn hilarische toespraak tot de deelnemers aan de Hoge Veluweloop 2005 vrolijk over het feit dat de lopers van A naar A lopen, niet eens naar B. Maar hij vergat dat niet alleen het rekenkundige resultaat van de loopinspanning telt. Lopen is een vorm van reizen. (Herken je het citaat, Gwen? Jan Knippenberg!) Wie eenmaal van A naar Z heeft gelopen, beziet A bij terugkomst met andere ogen. In deze en 25 volgende LoopLetters zal ik beschrijven wat mij beweegt.

Overal in de winkels hangen nu grote bossen rode harten. Het lijken wel sportharten of atletenharten, zoals het sterk vergrote hart van een topsporter genoemd wordt. Waar de modale loper alles op alles zet om een krachtige motor in zijn borstkas te kweken, komt voor menig topatleet een moment waarop hij zich afvraagt: “Hoe kom ik eraf?” Het sleutelwoord is detraining, abtrainieren, aftrainen. Het geleidelijk verminderen van omvang en intensiteit van de training totdat je “afgetraind” bent. Terug op het niveau van vroeger.
Maar dat is hopelijk niet wat Roos bedoelde tijdens de laatste training van onze loopgroep. “Je ziet er afgetraind uit”, had ze gezegd. Het zou niet bemoedigend zijn: na acht zware trainingsweken, ter voorbereiding op De Zestig van Texel, oogt het alsof ik nog steeds niet begonnen ben!

In het dagelijks spraakgebruik is afgetraind zo ongeveer het equivalent geworden van “goed in vorm, gespierd, geen grammetje vet te veel”. Gezien de oorsprong van het woord is deze positieve betekenis nogal merkwaardig. De term aftrainen is afkomstig uit de boxsport en betekent niets anders dan een geforceerde en vaak ongezonde gewichtsvermindering.
Als loper mag ik gelukkig helemaal zelf weten hoeveel gewicht ik met me mee tors, al heeft Boudewijn zo zijn eigen denkbeelden over het ideale gewicht van de loper. Een boxer daarentegen moet er tijdens zijn wedstrijdvoorbereiding voor waken dat hij door de toegenomen spiermassa niet in de naasthogere gewichtsklasse belandt. Anders moet hij één of twee dagen voor de wedstrijd alsnog enkele kilo-s zien kwijt te raken. Dat bereikt hij door niet te eten en te drinken, en door te gaan hardlopen met zoveel mogelijk kleding aan en daaroverheen een regenpak of opengeknipte vuilniszak. Zo nodig wordt een tandje bijgezet met plaspillen, laxeermiddelen en zelfs braakmiddelen. En als ultiem aftrain-middel geldt touwtje springen in de sauna met zweetpak!
Zo bezien had ik dus liever gehoord dat ik er “goed getraind” uitzie. Want ik loop momenteel ongeveer 100 kilometer per week en betracht de nodige soberheid wat voeding betreft. Met alle waardering voor het ontbijtbuffet waarmee Gosse ons op Terschelling verwende, ik begin toch liever dagelijks met een bord Brinta. Door zo-n leefwijze verdwijnt het vet als vanzelf en verschijnen de spieren, heel geleidelijk. Er is hooguit één nadeel. Tijdens de vele duurlopen schraapt het lichaam de laatste restjes vet bij elkaar, maar lijkt daarbij af en toe de weg kwijt te zijn. Terwijl er op mijn heupen aan beide kanten zeker nog een pond te halen valt, is er toch voorkeur voor het vet rond mijn kaken en jukbeenderen. Mijn gezicht wordt minder vol, de groeven en plooien manifester. Of jullie dat mooi of lelijk vinden, is een kwestie van smaak. Maar met aftrainen heeft het gelukkig niet te maken.

Met amicale lopersgroet,
Eric

De auteur publiceert ook een eigen weblog: Klik hier om “Lopen op de weg” te bezoeken

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *